opdracht 3 stimuleren van de zintuigen bij je eigen clienten

Je weet nu dat je gericht zintuigen kan stimuleren met behulp van therapie of het inrichten van de (woon)omgeving. Je kan ook zintuigen stimuleren in de directe omgang met je cliënten. Zoek een contact moment uit wanneer je individueel contact hebt met een cliënt. Dat kan zijn in de ADL of op een ander moment (activiteit, koffie, cliënt ergens heen brengen). Tijdens dit moment ga je proberen de cliënt in het contact extra aandacht te geven aan het stimuleren van een van de zintuigen. Welke zintuigen en de manier waarop bepaal je zelf en is afhankelijk van de behoeften van je cliënt en op een manier die past bij de cliënt en bij de benaderingsafspraken/omgangsafspraken die passen bij de cliënt. Wanneer en hoe lag je dit doet is niet zo belangrijk als het maar past bij je cliënt. Je bespreekt je plan eerst met je eigen begeleide op de werkvloer. Je legt je ervaringen van je zelf en de cliënt vast op een wijze die je van te voren hebt afgesproken. Belangrijk hierbij zijn:

  • Waarom kies je voor de manier die je hebt gekozen
  • Reacties en effect bij de cliënt
  • Wat viel je op
  • Wat heb je er zelf van geleerd?