In opdracht 1 heb je je verdiept in de invloed en achteruitgang van ouder worden op de zintuigen en welke gevolgen dit kan hebben voor mensen met dementie. Je gaat nu onderzoeken op welke manieren er bij jou op het werk aandacht wordt gegeven aan het stimuleren van de zintuigen. Dit kan door middel van het inrichten van de woonkamers, gangen, gemeenschappelijke ruimtes, slaapkamers, specifieke ruimtes of de tuin. Het stimuleren van de zintuigen kan door het gericht aan te bieden aan de zorgvrager of door er dagelijks mee in aanraking te komen. Soms worden hiervoor specifieke therapieën of activiteiten gebruikt. Maar dat hoeft niet. Door deze stimulatie kunnen mensen hun zintuigen stimuleren om de achteruitgang te verminderen of ze kunnen door een omgeving of stimulatie juist rustiger worden en zich prettiger te voelen. Denk hierbij aan geluid, licht, voorwerpen, zachte dingen, harde dingen enz.
|
Op welke manieren worden de zintuigen van de cliënten bij jou op het werk gestimuleerd? | Welke zintuigen worden hierbij gestimuleerd | Welk effect heeft dit op de zorgvragers | Hoe kun je deze kennis gebruiken in je eigen zorgpraktijk |
Gerichte zintuiglijke stimulatie(therapieën)
|
1. 2. 3. 4. 5. |
|||
Niet gerichte zintuiglijke stimulatie in de omgeving |
1. 2. 3. 4. 5. |
Je legt de uitvoering van deze opdracht vast op een manier die bij jou past (zie schema 1e pagina).